Vervalsingen herkennen door H.W. Van der Vlist
INTERNERINGSZEGELS
Over de Nederlandse interneringszegels is al veel geschreven en gepubliceerd. Veel informatie is te vinden in het artikel dat K.E. König in 1951 het Nederlandsch Maandblad voor Philatelie publiceerde. Deze publicatie werd in 1952, herzien en van aanvullende informatie voorzien, opnieuw uitgegeven bij het eerste lustrum van de Stichting Philatelistenkring Amsterdam (SPA). Het merendeel van de auteurs dat later over dit onderwerp publiceerde, heeft maar weinig aanvullingen kunnen geven. Waarom de eerste zegel (groen, zonder waardeaanduiding) moest worden uitgegeven en hoe de zegel werd vervaardigd en gebruikt is in het SPA-boekje terug te vinden. Ook over de voorgenomen uitgifte van een tweede zegel (bruin/beige, eveneens zonder waardeaanduiding), de manier waarop die werd gedrukt en het uiteindelijk afzien van het gebruik ervan wordt ook in dat boekje beschreven.
Druktechniek
De interneringszegels zijn gedrukt in steendruk (vlakdruk), een druktechniek die na veel studie herkend kan worden. Van alle zogenoemde herdrukken, nadrukken, facsimile’s en dergelijke, die in offset (ook een vlakdruktechniek) of in boekdruk (hoogdruk)werden vervaardigd, is de druktechniek eveneens herkenbaar. Het voert in het beknopte bestek van deze rubriek echter te ver om op de wijze van herkenning van deze druktechnieken in te gaan.
Het origineel herkennen
Omdat er bij de druktechniek van de echte zegels vocht nodig was (simpel gezegd voor het afstoten van het ‘vette’ deel van de inkt van het drukbeeld), zijn de afdrukken van zowel de groene als de bruine/beige zegel niet altijd gelijk van kleur. Er komen daardoor veelvuldig kleurafwijkingen voor. De originele groene zegel (afbeelding 1) heeft een paar kenmerken die bij het merendeel van de vervalsingen niet voorkomen. De lanspunt die de ‘maagd’ in haar rechterhand houdt, loopt door boven de G van AUG en is scherp (afbeelding 2). De eerste twee lijntjes in de krulvorm onder 1914 zijn gelijkmatig (afbeelding 3) en niet abrupt naar beneden getekend, zoals bij de vervalsingen het geval is. De twee schuine lijntjes vanuit de rozet, linksonder, zijn gelijkmatig (afbeelding 4). We weten dat een Nederlandse officier meerdere enveloppen met zegels beplakte, ermee langs postkantoren ging en ze daar liet afstempelen. Veel originele zegels kwamen later in handen van handelaren en verzamelaars; die waren nooit afgestempeld, wat sommigen ertoe inspireerde ze los of op enveloppen te laten afstempelen. Ook ‘terugdatering’(antidatering) komt voor (afbeelding 5). Dit soort materiaal wordt soms aangeboden op veilingen en op eBay.
Vervalsingen van de groene zegel
Omdat de groene interneringszegel lange tijd niet opgenomen werd in de catalogus (officieel werd gezegd dat het een ‘etiket’ was), wilden veel verzamelaars de zegel niet in hun verzameling hebben. Toen de zegel toch in de catalogi werd vermeld, bleek dat er maar weinig zegels beschikbaar waren: het vervalsen begon. Er zijn verschillende vervalsingen bekend. De oudst bekende is gedrukt in boekdruk (hoogdruk) en is geperforeerd met lijntanding 10¾ (afbeelding 6). De zegel vertoont een gat in de belijning onder de letters RI van KONINKRIJK (zie afbeelding 7), de lans heeft een korte stompe punt (afbeelding 8), de krul onder 1914 is verkeerd (afbeelding 9) en er zijn gelijkmatige lijntjes bij de rozet (afbeelding 10). Deze vervalsing werd gedrukt in velletjes van zes zegels, op enigszins dun rauwig gegomd papier (afbeeldingen 11 en 12) met weinig witmaker in de papiermassa. Deze vervalsingen werden in de jaren zestig in grote hoeveelheden (onder andere op en in de buurt van de Amsterdamse postzegelmarkt) te koop aangeboden. Een van de verkopers werd indertijd aangeklaagd voor deze en andere vervalsingen en vervolgens veroordeeld. De bewuste vervalsingen zijn soms ook voorzien van valse afstempelingen (afbeeldingen 13 en 14).
Een andere vervalsing werd gedrukt in offset (vlakdruk) en geperforeerd met lijntanding 11½ (afbeelding 15). Bij deze vervalsing is de lanspunt niet kort en de krul onder 1914 onjuist. Er is een breuk midden boven, met een kleurpunt linksboven tussen de letters R en N (afbeelding 16) en in plaats van twee lijntjes bij de rozet zien we één lijntje en een punt (afbeelding 7). De zegel is aan de beeldzijde ook nog enigszins bruinig gemaakt om de indruk te wekken dat het om de orspronkelijke papierkleur gaat.
Vervalsingen van de bruin/beige zegel
Er zijn meerdere vervalsingen bekend, zowel gedrukt in boekdruk (hoogdruk) als in offset (vlakdruk).
De vervalsing van afbeelding 5 is gedrukt in offset (vlakdruk) en is in tegenstelling tot alle navolgende vervalsingen zeer fi jn van tekening. De zegel heeft lijnperforatie
11½x11½, net als het origineel. De lanspunt is eveneens bijna gelijk aan die op de originele zegels (afbeelding 6), terwijl de laatste ‘N’ van Interneringskampen beschadigd is (afbeelding 7). Deze zegel werd in 1992 gekeurd en afgekeurd omdat er een vals stempel Legerplaats Oldebroek 24.7.16.7-8V op geplaatst is (afbeelding 8), stempel is beter zichtbaar gemaakt door kleurmanipulatie van de achtergrond; zie ook afbeelding 21).De volgende hier getoonde vervalsing (afbeelding 9) is gedrukt in boekdruk (hoogdruk) op sterk houtoudend, chamoiskleurig papier en met lijntanding 10¾. De tekening is heel slecht. De lanspunt is nauwelijks te zien (afbeelding 10), terwijl de eerste ‘E’ van Interneeringskamp (zie afbeelding 11) beschadigd is.
Ook deze vervalsing komt ongetand op chamoiskleurig papier voor (afbeelding 12).Blijkbaar heeft de vervalser of zijn eventuele opvolger gemeend dat deze vervalsing op het chamoiskleurige papier er wel erg ‘vuil’ uitzag. Die liet de vervalsingen drukken op spierwit papier met witmaker (afbeelding 13) en laten perforeren met lijntanding 10¾. De lanspunt is nauwelijks zichtbaar (afbeelding 14) en de letter ‘E’ is gebroken (afbeelding 15). Ook van deze vervalsing werden in jaren zestig grote hoeveelheden in het Amsterdamse te koop aangeboden, onder andere in velletjes van zes ongetande zegels (afbeelding 16).